zondag 22 mei 2011

Bigipan, feest, Brownsweg

 Al even geleden dat ik iets geschreven heb. Te wijten aan de drukke dagen en de stroompannes die we hier steeds vaker hebben.De reis loopt bijna ten einde onze stage in Brownsweg zit erop en hebben we mooi afgesloten waarover straks meer. Dit zal dus één van mijn laatste blogberichten zijn. We moeten wel even terug duiken in de tijd. Want over de uitstap van Nickerie en Bigi Pan heb ik nog niets verteld. Dus bij deze begin ik eraan.

Nickerie en Bigi Pan 6-7 mei

Na weer een lange autorit van 3 uur en een tussenstopje in Nickerie om Bami te gaan eten bij de Warung ruilden we de boot om voor een bootje. Dit bootje bracht via een breed kanaal naar een zijwatersteegje waar we moesten uitstappen. Omdat het water heel laag stond door de droogte. De bootsmannen mikten het bootje op het juiste spoor. Eens het bootje op de rollen stond trokken we het de helling op en konden we instappen voor een adembenemende tocht.
Welkom in Bigi Pan, een natuurreservaat aan de Atlantische oceaan. Daar waar zoet en zout water in elkaar vloeit en brakwater wordt. Brak is zeer vruchtbaar water, het zit vol met vissen.
Een waar vis is zitten vogels. Echt wel twintig verschillende soorten  en ook wat aapjes echt mooi mijn fotocamera stond niet stil en ik schoot plaatjes waar “ National Geographic” enkel jaloers op kan zijn. In het water waren naast vissen ook kaaimannen te zien gemene beesten die precies een lachen op een manier van “ kzal ou is gaan Emmen” . Tegen zo een welgebekte wezens zou ik geen grote bek willen opzetten. Het watersteegje was een precies een lange gang ingesloten door de bomen om dan het swampgebied binnen te varen. Het swampgebied is ontstaan door een dijkbreuk waardoor het zeewater zich nu land toegeëigend heeft. Achter het swampgebied lag een uitgestrekt meer waarin zich ons verblijf bevond. Een grote roze villa in het midden van het meer. Niet te geloven dat het meer in 2009 door de langdurige droogte helemaal opgedroogd was. Alle vis was weg en de aarde was gebarsten. Na een paar fikse plensbuien liep het terug onder en was er binnen de kortste keren terug vis.
Nadat we in het huis onze zakken en hangmatten gedropt hadden zijn we met het bootje tot aan de zee geweest. Precies het strand van cast away met uitzondering van het zand dat ontbrak en hier slijk is geworden.

In onze terugtocht zagen we nog meer prachtige vogels en sprong er een vis via de arm, kin van Dorien en het hoofd van Caro over onze boot. Aangekomen in het huis ben ik nog even gaan kajakken op het meer. Zalig ! Ik genoot van de rust, de natuur en de zakkende avond zon . Ja hoor best romantisch. ’s Avonds hebben we dan nog een tijdje gepraat met Norman ( Norrie de gids zie blanche Marie) en met de bootsmannen 2 Javanen die mijn naam nooit meer gingen vergeten omdat het een Javaanse naam is.

Hangmat tijd, ik sliep naast Norrie. Nou ja slapen is een zeer groot woord. Want vanaf nu noem ik hem sNorrieng. Ik had echt schrik dat hij in zijn gesnurk ging blijven hangen en stond al paraat om hem in een kajak te vervoeren voor moest het ernstig zijn.

’s Ochtends was mijn eerste ochtend gymnastiek nog eens met kajakken met Dorien. We hebben een toertje gedaan op het meer om wakker te worden. Ongelooflijk uitzicht en super leuk. Na het ontbijt hebben we opgeruimd en hebben we ons huisje achter ons gelaten. De terugrit ging heel wat sneller aangezien we niet echt meer moesten spotten en het was nu hoogwater dus er moest niet geduwd worden.


Eens terug in Nickerie hebben we een rijstfabriek bezocht . De vader van de eigenaar is heel klein begonnen met rijst kopen en verkopen en nu staat daar een van de grootste en properste rijst plantages en fabrieken van Suriname. De fabriek Manglie. Ze planten en oogsten hun rijst zelf om hem nadien (volledig machinaal) te sorteren, pellen, slijpen en verpakken. In het totaal werken er ongeveer 180 mensen waarvan er ongeveer 20 binnen werken (ter controle en bediening van de machines) en de rest werkt buiten op de plantages zelf. De fabriek en opbergplaatsen waren echt immens. We weten nu wel waar de rijst vandaan komt en zeg nooit zomaar rijstkorrel tegen een rijstkorrel!


Nadien zijn we naar de markt gereden waar we een gigantische  pompelmoes, een zuurzak, een meloen en een ananas hebben gekocht. En ook een lesboek 5de leerjaar over de geschiedenis van Suriname. Na de markt zijn we chinees gaan eten en nadien zijn we naar de bananenfabriek gereden. Dit deden we in de laadbak van Norrie. Super leuk zo in de laadbak van een truck. Even achtervolgden ons een paar regenwolken maar mijn afspraak met Norrie over het feit dat we de regen niet inbegrepen wouden in de trip bleef gelden.
Aangekomen in de bananenfabriek schrokken we wel. Het contrast tussen de rijst- en de bananenfabriek is zeer . Hoe machinaal de rijstfabriek is, zo manueel is de bananenfabriek. Door mensen worden er zakken rond de groeiende trossen gedaan ter bescherming van beestjes (echt rond elke tros hangt een blauwe zak. Wat wel een bizar zicht is, want als je naar een bananenveld kijkt, verwacht je geen blauwe zakken…), de bananen worden per steel gekapt en met een transportband vervoerd, de bananen worden gekeurd door een man op grootte, dikte, rijpte, beestjes,… (de rijstkorrels worden machinaal gekeurd…) de slechte trossen worden af gehakt en verwerkt tot veevoer. De andere trossen gaan verder op de transportband, de trossen worden geplukt en in een bad met ontsmetvloeistof gegooid. Dames halen de trossen eruit en keuren tros per tros. (beestjes, plekken of tweelingen worden verwerkt tot veevoer. Jawel er bestaan tweelingbananen!!! Dat zijn 2 bananen in een schil, maar die worden dus niet verkocht. en nadien worden de trossen in dozen gestoken, de lucht wordt verwijderd uit de bananenzakken en deze dozen worden geëxporteerd. Alles gebeurd met de hand en respect voor die mensen om dat een hele dag te doen!
Dus als je daar in België bananen tegenkomt van Bouba, Savana of Sweety, zeker eens proberen ze zagen er heel goed uit :-)


Geziene dieren op de uitstap:


Kaaimannen
· Brilkaaiman

Aapjes
· Doodskopaapjes
· Kapucijnaapjes

Vogels:

· Zilverreiger
· Blauwe magrovereiger
· Sokoïreiger of Koemawari
· Moerasbuizerd
· Slakkewouw ( herken je aan de slak die hij eet)
· Black Hawk
· Ooievaar ( zonder oud mannetje dat riep geef nu toch toe dat je de weg kwijt bent)
· Anaki
· Blue wing
· Ikana
· Schaarbek vogel ( Niet Schaarbeek op zen broebbeleirs)
· Rode Ibis
· Amerikaanse ijsvogel
· Katoenvogeltje ( schattig beestje)
· Kleine en grote Anni
· Gritjebie ( maakt hetzelfde geluid als zijn naam)
· Frigatvogel

Waterbeestjes
· Aarden (springvissen)
· Koetaï ( klein visje dat met zijn ogen boven water komt)
· Wenkkrabben
· Spookkrabben

Feest 14 mei

De grootnonkel van Cirano , nonkel van Claudio gaf een feest voor zijn 65ste verjaardag. Omdat Sirano op 8 mei ook jarig was werden we uitgenodigd op het feest. En het was heel leuk. We werden hartelijk ontvangen door de familie, vrienden en buren een 150man. We kregen drinken en eten. Ik sprak met een dove jonge gast in gebarentaal wel leuk. Opeens barstte het feestje los de jarige werd naar voor gestuurd. Een kasekobandje speelde liedjes en de madammen hun konten ging lustig rond. Precies zoals "la danse du ventilateur" in Sénégal. Met enig verschil dat een ventilator wel welkom was want het was er snikheet we dansten erop los en konden niet ontsnappen aan het geschuur van de mannen. Schuren is dansen met hun kruis dat ze dan tegen je aan komen drukken, volgens mij een soort dierlijke paringsdans. Terwijl ik met Sirano aan het dansen was kwam er opeens een kleine ket op zijn rug tikken. Hij draaide zich om wees met zijn vinger naar een imaginair uurwerk en duwde Sirano achteruit zodat hij met mij kon dansen. Ik schat hem een jaar of 6. Ja, lef hebben die mannekes wel en schuren deed hij ook. Echt wel best grappig. 
De jarige had gekozen voor de kleuren geel en paars en iedereen was in het geel en paars gekleed of had geel/paarse details aan. 
Sirano had ons dat niet verteld maar we wisten wel een paars/geel sjaaltje op de kop te tikken. De oma was echter een beetje teleurgesteld dat Sirano niet verteld had dat ze kwamen anders had ze pangi's voor ons voorzien in de gepaste kleuren. Het was een geslaagde avond



Brownsweg: 9- 13 mei en 16-20 mei

De voorlaatste week Brownsweg. Alles liep gesmeerd na de vakantie hadden de kinderen van het toneel toch hun best gedaan om de tekst wat te leren. De repetities verliepen wel wat in chaos omdat ze te pas en te onpas verschenen. Maar het leek wel te lukken. 

Op school ging ook alles zijn gangetje we vonden onze draai zeker en vast. De leerkrachten kwamen ons vertellen dat ze wel vooruitgang zagen bij de kinderen die bij ons zaten. De directeur was nog steeds vol lof over de dames van Belgie/ Nederland. 

Dan naar huis voor het weekend, materiaal kopen voor decors, om dinsdag terug te vertrekken voor onze laatste week Brownsweg.

De laatste week. Van alles afscheid nemen en nog eens intens genieten. Pff twas me een zwaar weekje. Op school nog wat testjes afgenomen bij de kinderen en gereflecteerd met de kinderen. Ik heb ze toch allemaal eens extra goed vastgepakt en geknuffeld. 
Voor het toneel konden we terecht in Kroetoe Oso de vergaderzaal met podium waar we goed konden repeteren. Als we al niet lastig gevallen werden door andere kinderen. 

Donderdag was het dan zover. Het toneel, de kinderen waren er klaar voor. De media die langs zou komen was er wel niet ( weer een misregeling van de organisatie). Maar er waren echt honderden kinderen. De directeur van de school, Sabine, Simone en Ernesto van de organisatie, Reka, Sirano en Claudio , Carolien, Daphné , Laura en Stien. En dan was het zover. Onze acteurtjes straalden maar door het constante geroezemoes van de kinderen waren ze niet overal verstaanbaar. Maar ze deden het goed echt we waren fier en ze konden ook fier zijn op zichzelf. Het was een mooie afsluiter van de namiddag. 

Vrijdag morgen zijn we dan gehuldigd tijdens de vlagceremonie en kregen we een afschuwelijk souvenirtje van de directeur. Wij gaven hem ne leffe en ne kriek en een foto van ons. Het was best emotioneel zelf de directeur kreeg een krop in de keel. Hij vertrouwde ons ook toe dat hij na dit jaar op pensioen gaat en vond het leuk om zijn jaren af te sluiten met toffe stagiaires. 

Dan alles gaan opruimen in ons huisje, afscheid nemen van de kippen, Eugenie en haar kroost, de oma en de talrijke lieve mensen en kinderen. Ik hield me sterk tot ik even met papa belde en er toch wat traantjes vloeiden. Eigenlijk wil ik hier helemaal niet weg. Het is zo dubbel. Ik wil de mensen thuis graag zien maar weet dat ik het hier ontzettend ga missen. Maar denk wel dat ik zeker terugkom!! 

Vrijdagavond zijn we nog even op de lappen gegaan en hebben Laura en ik de negerinnekes van de dansvloer gedanst met onze "Vlaamse moves" , de microgolf, het grasmachien, olifant, het pakske van de beenhouwer vlogen er allemaal door. 

Nu ga ik afronden en genieten van de zon aangezien het hier toch heel hard geregend heeft de laatste weken. 

Morgen vertrekken we tot dinsdag naar Matapica gaan we dus naar de zeeschildpadden het belooft machtig te worden !!! 

Tot gauw dus! 

Ik schrijf

donderdag 5 mei 2011

2 fast 2 furious



Zondag de dag van de arbeid,  zijn we door Sirano uitgenodigd op een streetrace. De Highway was afgesloten. Zodat de er een legale auto en motor wedstrijd kon plaatsvinden. Een heuse belevenis. We stonden aan de zijkant op een laadbak van een jeep te kijken naar de wedstrijd. Bij ons stonden een paar Hindoestanen; Zij zijn de eigenaars van de bandencentrale Wicky en het carcenter SDR die sommige wagens van de race sponsorden. Logischerwijs supporterden we dus ook voor die mannen hun wagens. Het was echt super leuk en spannend. Een heleboel mensen die uitgelaten staan toe te kijken en te roepen en juichen al hun favoriete auto won. Ook de wagens die bij de start pech hadden op halverwege zwaar wegzakten moesten eraan geloven. Een wave van schaterlachjes zweefde dan door de lucht. De sfeer was te vergelijken met een wielerkoers van bij ons. Wat bij ons de geur van gebakken pensen zou zijn was hier Bbq. Het enige minpuntje was wel dat het super warm was en de zon alles gaf wat ze in haar mars had ( kwestie van over sterren en planeten te praten). Waardoor we wel wat rood aanschoten. In de namiddag zijn we dan aan het onafhankelijkheidsplein gaan kijken naar de start van de trimloop. Een soort van loopwedstrijd die het einde van de avondvierdaagse aankondigt.

Op 2 mei zijn we met Sirano en Claudio naar Paramaribo zoo geweest. Echt wel nog best gezellig. Grote uitersten : ofwel liggen de dieren te slapen ofwel zijn ze kei actief.
Ik had geluk met een klein aapje, alle apen apen apen na zeggen ze wel eens. Wel deze kleine rakker voerde dezelfde bewegingen uit als ik. De dierentuin is veel kleiner dan bij ons. Het zijn vooral inheemse dieren die je er vindt. En ook een drietal tijgers, die Claudio en Sirano toch actief kregen door allerlei dingen naar ze te roepen en te blazen.
De miereneter was mijn favoriet zo een lelijk misvormd dier.

De 3de mei zijn we op bezoek gegaan bij de gouddelvers ( galliperos in het Brazilaans en Porknokkers in het sranantongo). De eerste mannen die we bezochten waren Brazilianen die hun graafmachines aan het herstellen waren. Want ze zoeken echter niet met de hand. Nee ze graven kuilen spuiten deze vol met water en gebruiken dan een zuigmachine om de stenen en goud op te zuigen die loskomen door de kracht van de hoge druk. Soms gooien ze ook kwik in de putten waardoor het water van de rivieren vervuilt wordt.

Het tweede kamp dat we bezochten was van saramacaaners. De grootvader van Sirano en de oom van Claudio werkte hier. We kregen een poging tot snappen van hun stamboom. Claudio en Sirano zeiden dat ze broers waren. Maar eigenlijk zit het zo, ze  zeggen tegen elke ietwat familie verwante van ongeveer dezelfde leeftijd broer en zus . Claudio is de nonkel van Sirano want Sirano zijn moeder is de zus van claudio. Dus de moeder van Claudio is de oma van Sirano en toch is Claudio twee maanden jonger dan sirano en zo waren er nog meer linken en kinken in in hun familiekabel. Het maken van een stamboom zou hier verdorie zeer ingewikkeld worden.

In de namiddag zijn we dan gaan baden en vissen aan de vertrouwde pier nabij Brownsweg. Het vissen was echt niet aan mij besteed deze keer. Mijn buit : een tak en een graat. Geeft toe een graat vangen is toch echt een kunst. Laura daarentegen ving de grootste vis. Dorien de meeste en Caro keek toe.
Claudio ving zelfs een piranha.

Ik ben dan mee met de boys gaan garnalen vangen. Met een net over de bodem. En het was een mooie buit. Maar de garni’s werden gebruikt als lokaas voor andere vissen. Jammer want ik had zin in “tomate crevette”.


Voila dit was eens een kort berichtje.
Nu nog wat werken voor ons toneel en school en dan nog een uitstap naar bigipan en nickerie.

Het begint de korten. Het thuisfront komt inzicht.

Jumi

woensdag 4 mei 2011

Hey hey,

Eerst en vooral de indrukken van deze uitstap zijn niet in woorden zelfs moeilijk in beelden te vatten. Maar ik doe mijn best.



Donderdag  28 april zijn we vertrokken naar Blanche Marie. Diep in het binnenland verscholen tussen het regenwoud liggen de Blanche Marie watervallen. Vernoemd naar de naam van de blonde vrouw van de ontdekker.

De rit naar BM was heel woelig na Zanderij ( de luchthaven) veranderde de weg van asfalt naar bauxiet. Witagron was het laatste dorpje dat we tegen kwamen vandaar was het nog 130 km tot onze bestemming. Tijdens de rit kwamen we ook al heel wat te weten over de Marrons ( de afstammelingen van de Afrikanen) en de Inheemsen ( Indianen).

Marroncultuur en Indianencultuur :

Marron is afkomstig van het Spaanse woord cimarron wat opgejaagd vee betekent. Maar omdat het mensen zijn en geen vee heeft men er Marron van gemaakt. Marron betekent dus nu zij die gevlucht zijn. Vroeger werden ze boslancreoolen genoemd maar dat heeft tegenwoordig een negatieve conotatie. Er zijn 6 verschillende Marrongroepen met elk hun eigen taaltje. De Saramacanen,Okanen, Paramacanen, Matuariers, Kwintis en Ndjuka’s. Deze werden vroeger vanuit Afrika als slaven naar Suriname gebracht. De Saramacanen konden ontsnappen aan de slavernij door na hun aankomst meteen het bos in te vluchtten. De anderen kwamen wel in de slavernij terecht. Marrondorpen lijken veel vuiler dan Indianen dorpen. Dit is ook te wijten aan de slavernij. De indianen zijn in Suriname nooit in de slavernij terecht gekomen. Daarom zijn hun dorpen kleiner, minder bevolkt en liggen ze verder van elkaar. De Marrons wonen met veel op een klein plekje en dichtbij elkaar. Dichtbij elkaar is veiliger en beschermt hen. In Marrondorpen zullen nooit honden lopen. Er heerst een grote angst tegen over de beesten omdat ze er vroeger door opgejaagd werden. Wat dan wel rondloopt in de dorpen zijn kippen, deze eten al wat vuil is. Bij de indianen zitten de kippen in een hok.

Blanche Marie: watervallen en vervallen vakantieoord:

Toen we na 5u rijden, rood-bruin van de bauxiet, een bord zagen met Blanche Marie op wisten we dat we er bijna waren. Nog 15km stond erop te lezen. Er stond echter niet bij op welke wegen. De weg liep dwars door het regenwoud en was max. 3 meter breed. Je kwam ogen te kort om te zoeken naar dieren. En zag allerlei rare planten waar je na 2 maanden zonder lief in de buurt toch over begint te fantaseren. Ik doopte hem de herbarius Erectiandus P klonk wel chique vond ik. Blijkbaar wordt het in de volksmond de indianenvibrator genoemd.
Dus vijftien kilometer lang, drie kwartier aan een stuk met piemelplanten rond je hoofd. Het was wel grappig.



Uiteindelijk kwamen we toe op het vakantieoord een prachtige plek in het woud dat zijn dagen van glorie gehad heeft. De eigenaar is in 2006 overleden en alles is sindsdien verwaarloosd. Zijn kinderen zitten in een testamentkwestie verwikkeld en geen van hen heeft de goesting om het over te nemen. Wat wel jammer is maar tegelijkertijd de hele plek veel mysterieuzer maakt. We besloten om onze hangmat te hangen op het balkon van de voormalige villa van de eigenaar waar we een prachtig zicht hadden op de rivier en de oever van die rivier.



Dan zijn we naar de watervallen gestapt en het was echt de moeite waard. Je wordt toch even stil als je ziet hoeveel kracht het water heeft en hoe machtig de natuur wel is.
We konden even baden in het water echt zalig ook het maken van foto’s kon niet worden uitgesloten. Dan ging Norman ( de gids) ons avond eten vangen en waren we even alleen in het water. Opeens voel ik mijn been heel  hard schokken en trillen. Echt een zeer raar gevoel ik verloor helemaal de controle over mijn been. Ik dacht eerst dat het door de stroming van het water was dat elektriciteit opwekte. Maar blijkbaar was het door een sidderaal die op een meter van mij passeerde en zeer elektrisch geladen is. Gelukkig dat hij niet tegen mijn been kwam want er zijn al heel wat erger dingen mee gebeurd van verlamming tot zelfs dood.

sidderaal

Norman had gelukkig wel beet gehad. Een lekkere anjumara die hij ’s avonds verrukkelijk heeft klaargemaakt.

Fauna en Flora:

Tijdens de jungle wandeling terug naar onze verblijfplaats zijn we ook enkele bijzondere planten tegengekomen. Hier even hun naam en fuctie als padvinder tip:
  • Wenteltrapplant of Sangrafoe: een goede honger en dorstlesser. Als er iemand gestorven is gaat de bovenkant van de plant in het graf mee met de dode en de onderkant wordt in een vaas geplaatst.
  • Baloema: wordt gebruikt om te weven. Bijvoorbeeld bij het maken van manden.
  • Bospapaya: de schors van een jonge plant kan je gebruiken om wonden te helen. Oude verdorde bladeren zijn heerlijk in thee.
  • telefoonboom: werd vroeger gebruikt om te communiceren omdat het kloppen op het hout een zeer luid geluid maakt.

Voor de liefhebbers van dieren. Deze kwamen we tegen.

Zijdeaapjes

Groene gifkikker









Anjumara

Amerikaanse ijsvogel

Een slang : kleine aboma
Boskonijn

 




Ara’s





Wat we niet zagen maar wel hoorden:
Brulapen















Toekan











Sterren en rum

Na het eten van de anjoemara. Hebben we ons met matrassen geïnstalleerd op het gras. Met een fles borgoerum en cola in de aanslag zagen we de mooiste sterren. Sterrenbeelden zoals andromeda, de tweelingen, vallende sterren en de grote beer omgekeerd. Nee niet door de rum. Al hielp die wel om de tongen wat losser te maken en een zalig gesprek te hebben met Laura en Norman. Caro en Dorien vielen samen in slaap gezond genietend van de zalige avondlucht.

Het gesprek ging over de Westerse Maatschappij die eigenlijk verder en verder wegdrijft van de natuurlijke basis waar alles vandaan komt. De sjamanen( medicijnmannen van de indianen) worden in het Weste kwakzalvers genoemd, maar zonder hun kennis van planten en middeltjes zou de huidige geneeskunde nooit iets geweest zijn. Een band houden met de natuur blijft wel belangrijk. Norman vertelde ons een leuk indianenverhaal.

het verhaal van Neku :

Neku was een indiaantje dat een ondraaglijke geur met zich meedroeg. De kinderen in het dorp wouden niet met hem spelen. Dus Neku ging aan rivier zitten en maakte bootje toen hij in het water ging kwamen al de vissen naar hem toe. Op een dag zagen de andere mensen van het dorp het en kwamen tot de constatatie  dat ze zo wel veel vis konden vangen. Neku werd aanvaard in het dorp doordat hij hen zoveel visvangst bezorgde. Toen Neku stierf en begraven werd groeide er een liaan op zijn graf. Deze soort liaan wordt nog steeds gebruikt om te vissen. Men snijdt er een stukje van af en gooit deze in het water. De vissen komen dan bovendrijven en kunnen zo uit het water geplukt worden. Het deed me een beetje denken aan de "euthanasie" liaan in Galibi.

Verder ging het gesprek ook over culturele integratie. Een land zoals Suriname ontdek je het beste door met Surinamers te praten en met hen het land in te gaan. Heel wat stagiaires klampen zich vast aan medeblanken waarmee ze hun ervaringen delen. Dit zorgt voor heel wat vooroordelen en stereotiepen. Doordat je vooral gaat praten over de negatieve dingen die er zijn. Zo heb je bijvoorbeeld de irritante, onbeleefde en vrijpostige hangjongeren in Paramaribo zelf die het leuk vinden om blanke meisje te schoferen. Een recente uitspraak van zo een pummel was bijvoorbeeld: Jullie zijn hier in dit land en jullie neuken niet. Deze meestal stonaards zijn echt geen representatie voor het land en zijn mensen. En hun uitspraken komen er ook niet zomaar. Willen of niet deze mensen dragen nog steeds de last van de kolonisatie en slavernij met zich mee. Dit is helemaal niet zo lang geleden als het lijkt. Vroeger had men schrik van blanken door de wreedheden die ze hebben uitgehaald. Nu die angst wegebt komt de stoerdoenerij naar boven en lijkt het hun toer om gemeen te zijn weliswaar met andere middelen. Maar gelukkig zijn er heel wat Surinamers die een prachtige mengelmoes zijn van allerlei culturen en anderen die de dwaasheden van de geschiedenis zeker en vast niet willen herhalen.

Het was een tof gesprek en hmmm die borgoe cola smaakte ( he laura ;) )

 
Apura en de Spoorweg van ergens naar nergens:

Vrijdag was het dus een adembenemend zicht bij het opstaan. De rust van het tropisch regenwoud daalde ook neer over ons en zalig werden we wakker. Na het ontbijt vertrokken we naar Apura een stadje aan de Corantijnrivier aan de grens met Brits Guyana. Deze stad heeft een heel rare historie.

In 1975 besloot men om een spoorweg van het binnenland tot aan de Corantijnrivier te leggen. Met als doel bauxiet vanuit het binnenland naar de nieuwe aangelegde haven te vervoeren om deze dan via het water te vervoeren naar Paramaribo. De spoorweg werd helemaal aangelegd en het station werd zeer luxueus en modern ingericht. Tot men plots na de bouw ervan ontdekte dat er een aantal kinken in de kabel waren.
1) Het bauxiet dat ontgonnen zou worden had niet de gewenste hoeveelheid erts om er aluminium van te maken.
2) Er was een enorme regressie op de wereldmarkt.
3) Er werd een militaire coup gepleegd in het land waardoor men niet meer toekomstgericht kon denken;
4) Voor het voorzien van elektriciteit zou men weer een stuwmeer moeten aanleggen en daar kwam na de aanleg van het Brokopondo stuwmeer in 1965 heel wat protest tegen.

Nu staat het stations gebouw dus helemaal verwilderd en heeft het woud het gebouw en zijn sporen teruggenomen. Eigenlijk pure kapitaal verspilling want er heeft nooit een trein gereden.
Het hele gebouw rook naar de ammoniak van de vleermuizen die zich de donkere kamertjes toegeëigend hebben. Ook de kakkerlakken en vieze spinnen kregen er een scharrelplekje bij.


De stad apura zelf werd gebouwd voor de arbeiders. Maar toen er geen werk meer was zijn deze eruit getrokken. De gebouwen zijn nu ingenomen door de indianen die kwamen uit rondliggende dorpen. De stad is wel heel net en mooi maar heeft niet echt karakter. Het voelt eigenlijk heel koel aan. Het lijkt een beetje op een spookstad. Het is er zeer rustig je hoort zelf geen spelende kinderen.

De haven van Apura is nog steeds ingebruik. Door jawel… chinezen! Ze vervoeren hier boomstammen naar Paramaribo.


Klein Kwamala : indianendorp :

Op de terugweg zijn we gestopt in een indianendorp Klein Kwamala.
Hier leven nomadenindianen die 3 maanden in het dorp verblijven en dan doortrekken naar andere dorpen. Na drie maanden keren ze steeds terug naar klein kwamala. De kapitein blijft steeds aanwezig in het dorp om nieuwe bezoekers te ontvangen. Echt een heel gezellig en mooi dorp. En zeer mooie kindjes.

Terug aangekomen in Blanche Marie zijn we nog even naar de massagevallen geweest. Een echte rugmassage door de natuur was welkom na de woelige rit terug vol bobbels botsen en knotsen.
Ook zijn we nog een klein kijkje gaan nemen aan de grote watervallen. Waar Norman een tweede poging ondernam om een nieuwe anjumara te vangen en weer had hij beet. Een echt monster van zeker 15 kilo en ze vochten de vis trok en Norman trok tegen de stroming in. Maar de vis won en we zagen ons avond eten wegzwemmen. Wel even balen want de adrenaline was zeer hoog en voelbaar.
Dan gingen we terug naar huis en kregen we toch een lekkere kippensoep van Norman.

Ja Blanche Marie een aanrader voor iedereen die het land ooit bezoekt!!!

Groetjes ,

Jumi

(wegens de slechte verbindingsmogelijkheden is het niet gelukt om alle foto's te laden die foto's volgen nog)




 







Suriname

Suriname